woensdag 2 april 2008

Wiegedood

De plotselinge wiegendood, of "sudden infant Death Syndroom" (SIDS), is ongetwijfeld een van de meeste dramatische dingen die jonge ouders kan overkomen. Een goed verzorgde gezonde baby wordt naar bed gebracht en even later niet ademend in het bedje aangetroffen. Hij is soms wel enigszins van houding veranderd, maar gesparteld heeft hij niet. Hij is volkomen rustig in zijn slaap overleden.

Behalve door het verlies van hun kind, de vraag waarom, worden ouders ook vaak gekweld door schuldgevoelens.
- Is het kind gestikt?
- Had het kind te vlug gedronken?
- Was hij misschien toch echt ziek?
- Hadden we dit kunnen voorkomen?


Het antwoord op al deze vragen is kortweg: NEE.
Wiegendood is niet te voorkomen en niemand treft dan ook enige schuld. Als een baby gestikt zou zijn, is dat aan te tonen. Maar stikken komt zeer zelden voor.

Een van de theorieën over de oorzaak van wiegendood is, dat tijdens de eerste fase van de slaap het kind zodanig diep ontspannen raakt, dat de ademhalingsspier te veel verslapt en ophoud met functioneren. Maar duidelijke oorzaken zijn nog niet aan te wijzen. Gelukkig is wiegendood zeldzaam; het komt één keer op de tweeduizend baby's voor en dan voornamelijk bij baby's van rond de twee, drie maanden.

Hoe vaak komt wiegendood voor?
In Nederland overlijden jaarlijks ongeveer 25 baby's aan wiegendood in hun eerste levensjaar. Dat is ongeveer 1 op de ca. 7000 levend geboren kinderen. Nederland heeft de laagste wiegendoodsterfte van West-Europa. In het begin van de jaren 80 stierven er nog jaarlijks 250 baby's aan wiegendood.

Belangrijkste risicofactoren zijn:
- Slapen op de buik.
- Warmtestuwing.
- Onveilig bedmateriaal.
- Adembelemmering.
- Roken door de moeder.

Als een baby een minder goede conditie heeft moeten deze risicofactoren tot een minimum beperkt worden.

Hoe kan het risico op wiegendood verminderd worden?
1) Leg de baby altijd op de rug te slapen.
Het veiligst slaapt een baby op de rug. Uit zijligging rolt een baby al na een paar weken gemakkelijk op de buik. Leg een baby nooit op de buik te slapen. Soms is er een reden om van dit advies af te wijken. Doe dat alleen in overleg met uw arts. Aarzel ook niet om naar de dokter te gaan als u denkt dat uw kind een huilbaby is. Huilbaby's lopen extra risico, omdat ze vaker op de buik worden gelegd.Het is wel goed om het kindje regelmatig op de buik te leggen als het wakker is en er iemand op let. De baby enkele malen per dag een kwartiertje laten ontdekken en oefenen bevordert de motorische ontwikkeling. Als een oudere en gezonde baby zich eenmaal vlot om en om kan draaien, en bij het slapen zelf kiest voor buikligging is het niet zinvol daar tegenin te blijven gaan. Let er dan wel extra op dat het bedje veilig is.

Het is wel belangrijk erop te letten dat een baby geen voorkeurshouding ontwikkelt. Bij borstvoeding ligt de baby afwisselend naar links of rechts gedraaid. Wissel daarom ook bij flesvoeding van arm. Leg de baby in rugligging vanaf het begin met het hoofdje afwisselend naar links en naar rechts. Draai desnoods het bedje, zodat het licht van de andere kant invalt; of hang afwisselend links en rechts een aandachttrekkend voorwerp op. Ga tijdig naar de dokter als de baby met het hoofdje toch maar één kant op wil.

Vergeet vooral niet de baby overdag enkele keren onder toezicht op de buik en de zij te laten oefenen. En je kind regelmatig knuffelen en het daarbij overeind houden en bij voorbeeld tegen je schouder laten liggen is ook meteen afwisseling van houding.

2) Voorkom dat de baby te warm ligt.
Dekbedjes zijn vaak te warm en daardoor riskant voor kinderen tot twee jaar. Bovendien liggen ze los. waardoor een baby er gemakkelijk onder kan geraken. Deken en lakentje, rondom ingestopt, of een trappelzak zijn veel veiliger dan een dekentje in een dekenhoes. Dek een baby die koorts heeft minder toe dan u gewoonlijk doet. Laat een baby nooit met bedekt hoofd slapen. De aanbevolen slaapkamertemperatuur is 15 á 18 graden.Kleed ook overdag de baby niet te warm. Een zwetende baby is foute boel. Let altijd op het weer, de kamertemperatuur, warme zon, de kachel in de auto, etc.

3) Zorg voor veiligheid in wieg of bed.
Een babybedje moet in Nederland aan bepaalde veiligheidseisen voldoen, onder meer voor wat betreft ventilatie (nooit een gesloten bak!) en afstand tussen de spijlen. Gebruik in wieg of bedje geen zacht materiaal. Geen zachte matras, geen kussens, geen hoofdbeschermer, geen dekbedje, geen plastic zeiltje - ze kunnen de ademhaling belemmeren.

Maak bij gebruik van een dekentje het bed zo op dat de baby met de voetjes zo goed als tegen het voeteneind ligt. Een passende trappelzak is beter. Dan blijft het hoofdje onbedekt.Voor een baby in een gewatteerde trappelzak is een deken overbodig. Bij een ongewatteerde is vaak een dunne deken nodig, maar maak deze dan ook laag op en gebruik de deken dwars over het voeteneind en stop hem rondom goed in. Combineer dit nooit met een dekbed!

4) Blijf bij de baby in de buurt.
Laat de baby als het even kan zeker het eerste halfjaar bij de ouders / verzorgers op de kamer slapen. Houd dat ten minste vol tot de baby zich vlot om en om kan draaien. Laat hem ook overdag in uw nabijheid slapen op een rustige plek, maar gebruik liever niet de box als slaapplaats. De natuurlijke waakzaamheid van de ouders verlaagt het risico. Slaap echter nooit met de baby in één bed, dat is zeker tot 4 maanden, in geval van rokende ouders zelfs langer, riskant gebleken. Neem bij medicijn-, alcohol- en drugsgebruik en bij (over) vermoeidheid nooit een baby in bed.

5) Houd de baby rookvrij.
Roken, tijdens de zwangerschap en erna, is slecht voor moeder en kind. Het wiegendoodrisico loopt op, maar ook levenslange gezondheidsschade kan het gevolg zijn. Een huis waar niet wordt gerookt is het beste voor de baby.Wie echt niet kan stoppen, kan het risico wel iets beperken door zo min mogelijk te roken. Houd in ieder geval de babykamer rookvrij, maar laat ook in andere omstandigheden de baby niet meeroken. Denk bijv. aan de auto. In een vertrek kan rook wel acht uur blijven hangen. Lucht (ook wanneer niet gerookt word) regelmatig de kamer waar de baby slaapt.

6) De ouders bij voorkeur borstvoeding laten geven,een fopspeen achter de hand houden.
Borstvoeding werkt beschermend en is risicoverlagend. Ook verstandig gebruiken van een fopspeen draagt bij. Wacht echter bij borstvoeding met een fopspeen tot het voeden probleemloos verloopt. Bij flesvoeding kan meteen worden begonnen. Zorg altijd voor schone spenen en gebruik ze met mate, bijv. alleen voor het inslapen en als er serieus getroost moet worden, dit moet dan wel consequent. Bouw na een half jaar af tot alleen voor het inslapen. Stop met het gebruik als de baby een jaar is.

7. Gebruik geen geneesmiddelen met slaapverwekkende bijwerking.
Sommige geneesmiddelen zijn gevaarlijk voor baby's. Ze kunnen een baby te diep laten slapen. Moeders die borstvoeding geven, moeten deze medicijnen ook vermijden. Lees altijd de bijsluiter en raadpleeg bij twijfel de dokter.Wees altijd terughoudend met medicijngebruik bij baby's en peuters. Van de uitwerking van medicijnen op baby's is vaak te weinig bekend. Grijp ook niet lichtvaardig naar zogeheten drogistenmiddeltjes - de effecten zijn over het algemeen twijfelachtig en in combinatie met medicijnen kan risico ontstaan. Overleg altijd met uw dokter. Geef een baby ook geen honing, want honing kan sporen bevatten van een voor een baby levensgevaarlijke bacterie!

8) Let op rust en regelmaat.
Baby's zijn gevoelig voor verstoring van rust en regelmaat. Reizen, drukke visites, logeerpartijen en allerlei andere ongewone gebeurtenissen brengen een zuigeling gemakkelijk van slag. Een verstoorde slaap kan het gevolg zijn. Dit geldt in bijzondere mate voor zogenaamde huilbaby's. Beperk onrustige situaties in het eerste levensjaar. Vertel dat ook anderen die de zorg al dan niet tijdelijk overnemen.
Bronnen, klik hier en hier.

Geen opmerkingen: