woensdag 26 maart 2008

Kamishibai of vertelkastje.

Wat is een vertelkastje/ kamishibai ?
Kamishibai is een traditionele Japanse vertelvorm. Kami betekent 'papier' en shibai betekent 'drama', letterlijk papieren drama dus. Het vertellen met dit houten kastje met papieren prenten kent in Azië een geschiedenis van eeuwen. Tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw was deze originele vorm van vertellen vooral in Japan zeer populair. Op een bepaald moment telde Tokio maar liefst 3000 Kamishibai-vertellers. De vertellers reden rond op hun fiets en hadden op het bagagerek een doos met snoep bevestigd. Dit snoep verkochten ze aan kinderen. Bovenop de doos bevond zich een mini-theatertje waar de kinderen zich verzamelden om het verhaal goed te kunnen volgen. Het theatertje stond garant voor een goede klantenbinding. Voordat de verteller begon, sloeg hij op een trommel of gebruikte hij houten kleppers om de aandacht te trekken.
Kijk ook op:
Engelse versie en Nederlandse versie.

Het vertelkastje is een klein draagbaar houten koffertje dat uitgeklapt kan worden. Het ziet eruit als een theatertje, waarin platen zitten die één voor één weg te schuiven zijn. De platen worden vertelplaten genoemd. Het zijn grote, verstevigde illustraties uit prentenboeken. De vertelkast is op de 1e plaats een bijzondere manier om een verhaal te vertellen. Dit verhaal kan verteld worden n.a.v. de platen uit een boek. Elke bladzijde of dubbele pagina kan in kleur gekopieerd worden. Een mooier effect geven de originele platen uit een boek. Daartoe moeten twee exemplaren van een boek losgesneden worden. Zijn de platen te klein, dan kunnen ze op stevig wit karton geplakt worden om het juiste kastformaat te krijgen.

Zelf kan er ook een "Vertelkastje" gemaakt worden,
klik hier voor de beschrijving (voor het formaat a3).


Ziek: Beer verzorgen.

Au, au, au!
Een pleister op zijn oog,
Een kusje op zijn oor,
zijn hand in het verband,
een doekje om zijn teen,
en gips om het been.
Ik wieg je een liedje en
alle pijntjes weg.
Nu ben je weer
mijn gezonde beer.

School, Frisse lucht.

Jantje vraagt aan de meester
of het raam in de klas open mag.
“Waarom?”, wil de meester weten.

Jantje antwoordt:
“Mama zegt dat het gezonder is om in de frisse lucht te slapen”.

Peuter: In Holland.

In Holland staat een huis,

In Holland staat een huis.


In Holland staat een huis jajaja,

Van je singela singela hopsasa


In Holland staat een huis,

In Holland staat een huis.

Titel: 0 - 4 jaar.

Hoe voorkom je verbranding bij het kind in de woonsituatie.
Kinderen zitten graag overal aan om iets te ontdekken.
Hier moet goed bij opgelet worden.
Daarom deze “adviezen en praktische tips”.
Het is niet speciaal voor de begeleiders
maar altijd handig voor als ik zelf een kind zou
krijgen en voor andere moeders die op mijn site kijken!
Er zou evt. wel een brandwond door hete vloeistoffen kunnen ontstaan d.m.v. hete koffie of thee, kunnen voorkomen in de kinderopvang maar als het goed is
word dit voorkomen.

Wat is een brandwond?
Een brandwond is geen normale wond, het maakt de huid kapot. De huid beschermt je lichaam tegen ziekten. De huid zorgt ook voor de goede temperatuur van je lichaam. De huis is heel belangrijk om te leven, een brandwond kan dus levensgevaarlijk zijn.

De meeste verbrandingen gebeuren namelijk in huis! Meestal ben je er als ouder / verzorger bij. Hete thee, hete koffie en heet water zijn erg gevaarlijk, maar heet frituurvet en soep bijv. ook. 7 van de 10 verbrandingen bij kinderen komen bij kinderen door hete vloeistoffen. Water uit de kraan kan heel heet zijn: wel 60 graden. In een paar seconden kan het kind dan al een erge brandwond krijgen. Een klein kind weet niet wat het verschil is tussen de blauwe en rode knop van de kraan! Een brandwond doet erg veel pijn bij een klein kind en de littekens van een brandwond gaan nooit meer weg.

Woonkamer:
o Drink je als ouder thee of koffie? Neem dan nooit het kind bij je op schoot!
o Gebruik geen thee- of koffiepot. Wil je het wel bewaren, gebruik dan een thermoskan en let erop dat deze wel altijd goed dicht is.
o Zet kopjes hete thee of koffie altijd ver weg van het kind, ook als er bezoek is.
o Gebruik geen kleedjes of tafelkleden, het kind zou eraan kunnen trekken.
o Is het kind dicht bij je in de buurt, loop dan niet met heet eten of drinken.
o Strijk niet met het kind in de buurt. Ben je klaar met strijken, zet dit dan op een hoge en veilige plaats.
o Heb je kaarsen, lucifers of aanstekers in huis: Leg deze spullen op een veilige plek waar het kind niet bij kan.

Keuken:
- Ga je koken, gebruik dan de achterste kookplaten van het fornuis.
- Draai de stelen van de pannen naar de zijkant of achterkant, zo kan het niet de pannen van het fornuis trekken.
- Maak de snoeren van de elektrische apparaten zo kort mogelijk, zo kan het kind de snoeren niet vastpakken.
- Maak een waterkoker meteen leeg na gebruik.
- Gebruik een fornuisrekje aan de voorkant van het fornuis, zo kan het kind niet bij de pannen op het fornuis.
- Gebruik een ovenruitbeschermer, zo kan het kind zich niet verbranden aan de hete oven.
- Doe de ovendeur en de la onder het fornuis op slot. Gebruik kindveilige sloten, zo kan het kind het zelf niet openmaken en niet op open kasten of laden klimmen.
- Zorg dat het kind niet aan de kraan kan draaien.

Badkamer:
o Test altijd de tempratuur van het bad en douchewater.
Dit doe je als ouder met je hand, elleboog of een badthermometer.
Het water mag niet warmer zijn dan 37 graden!
o Doe eerst het koude water in bad, daarna het warme water.
o Draai eerst de koude kraan open, daarna de warme.
o Wil je de kraan dicht doen, doe dan eerst de warme kraan uit. Daarna de koude.
o Zorg dat het kind niet aan de kranen kan draaien!o Neem een thermostaatkraan bij de douche of bad, hier kan de temperatuur namelijk vastgesteld worden en worden vastgezet. Om de temperatuur te verhogen boven de 38 graden, moet namelijk een extra knopje worden ingedrukt.
o Laat het kind niet alleen in bad of onder de douche. o Laat het kind nooit alleen in de badkamer spelen.

Eerste hulp bij verbrandingen.
Reageer snel en goed, let op de volgende dingen.
1) Houd de brandwond +/- 10 minuten onder lauw kraanwater, zorg dat de kraan niet te hard staat.
2) Houd alleen de brandwond onder de kraan, anders word het kind erg ziek doordat hij te koud word.
3) Doe alleen de kleding uit die niet aan de brandwond vastzit.
4) Heeft het kind een luier aan? Heeft het kind hete vloeistof over zijn lichaam gekregen, trek de luier dan meteen uit. Heet water blijft anders in de luier zitten.
5) Heeft het kind blaren of een kapotte huid? Bel meteen de huisarts, ook bij elektrische verbrandingen. Bijv. doordat het kind met zijn vingers aan het stopcontact komt. Ook bij een chemische verbranding, zoals met gevaarlijke stoffen. (bijv. chloor of ander schoonmaakmiddel)
6) Smeer nooit iets op een brandwond. Gebruik nooit zalf, tandpasta of olie
7) Geef het kind geen eten of drinken als je naar het ziekenhuis gaat.
8) Moet het kind meenemen naar de dokter? Zorg dan dat je het kind als het kan, zittend vervoerd wordt.
Bron: Folder van de site, klik hier.

zondag 23 maart 2008

Peuter: Schuitje varen.


Schuitje varen theetje drinken.
Varen we naar de overtoom.
Drinken we zoete melk met room.
Zoete melk met brokken.
’t kindje mag niet jokken.

Pasen: Het kuikentje

Ergens in een winkel daar, scharrelt op de grond
van een etalage een piepklein kuiken rond.

Hij pikt tegen de ruiten en gaat op zoek naar graan,
hij kijkt verbaasd naar buiten waar heel veel mensen staan.

Maar als hij 't lege eitje ziet is hij pas écht verrast
en vraagt zich vol verbazing af: heb ik dáárin gepast?

Kinderen, Gat in een laars.

Lisa loopt met haar vriendin Lotte door het bos.
Ze klaagt: “Bah, er zit een gat in mijn laars”.
Zegt Lotte: “Da’s nogal logisch,
anders krijg je je voet er toch niet in?”.

Pasen: Trek-paashaas.

Materiaal:
o
Voorbeeld paashaas
o Stevig karton

o 4 splitpennen
o Touw
o Lijm
o Verf of viltstiften
o evt. prikpen met vilt.

Beschrijving.
Plak alle delen op stevig karton (of print het uit op stevig karton), klik hier voor de onderdelen van de paashaas. Laat het kind de delen kleuren naar hem of haar idee, met verf / viltstiften. Daarnaast kan het kind (evt. met hulp van de begeleidster) de ponderdelen uit knippen of prikken met een prikpen.


Zet de armen en benen vast met splitpennen. Lijm het hoofd op de romp, verbind de armen met touwtjes en doe dit ook met de benen (zie afbeelding hieronder).



Knoop nu een touwtje aan het touwtje van de armen, knoop daarna het touwtje aan het touwtje van de benen en laat het touwtje naar beneden hangen. Als dit allemaal is gedaan, kan er aan het touwtje getrokken worden en gaan de armen en benen van de paashaas omhoog!

vrijdag 21 maart 2008

Peuter: We maken een kringetje.

We maken een kringetje,

van jongens en van meisjes.

We maken een kringetje,

van tra-la-la.


Maak nu een buiging,

maak nu een buiging.

Bij de hand, bij de hand.

Pak je liefste bij de hand,

pak je liefste bij de hand!


Dieren, Voetbal.

Waarom gaat een koe nooit naar een voetbalwedstrijd?


Antwoord: Hij zegt toch altijd BOE.

Lapjesvis

Materiaal:
o Restjes stof
o Karton
o Tekeningen van vissen (Groot)
o Kleurpotloden
o Stiften
o Lijm


Voorbereiding.
Als voorbereiding moet je tekeningen van vissen zoeken en deze op karton kleven en uitknippen. De tekeningen mogen niet te klein zijn. Ze moeten toch ongeveer een 15 à 20 centimeter zijn.


Beschrijving.
Je begint met driehoekjes uit restjes stof te knippen. De driehoekjes mogen gerust twee centimeter breed zijn. Als je ongeveer een 40 à 50 driehoekjes hebt, dan kan er begonnen worden met kleven. Er word dan een vis genomen en achteraan begonnen om de driehoekjes te kleven. Je moet ze zo kleven dat het precies schubjes lijken. De driehoekjes mogen elkaar dus overlappen. Als het lijf van de vis helemaal bedekt is, dan kan de kop van de vis ingekleurd worden.

Voorbeelden:


woensdag 19 maart 2008

Peuter: Dikke duim.

Dikke duim,

dikke duim waar ben jij?

Ja hier ben ik, ja hier ben ik

goeie dag goeie dag goeie dag.



vrijdag 14 maart 2008

Knapzakje

Dit heb je nodig:
- Zakdoeken
- Snoepjes (of fruit)
- Textielstift
- Takjes

Beschrijving:
Neem wat snoepjes (of fruit)
dat het kind wil trakteren.
Koop daarnaast een aantal zakdoeken en een textielstift.
Zet de naam van het kind voor wie de traktatie is
op de zakdoek, doe het lekkers erin en bindt deze aan een takje.
Zo kan voor ieder kind een originele knapzak gemaakt worden.
De zakdoek kan gewoon gewassen worden en de naam blijft er op staan!

Kinderen, Karnemelk.

Janneke drinkt voor het eerst karnemelk.
Ze trekt een vies gezicht en zegt tegen haar moeder:
“Mam, ik geloof dat deze koe nog niet helemaal rijp was!”.

Baby: Er komt een muisje aangelopen.


Er komt een muisje aangelopen.
Trippel trippel trip.
Snuffel snuffel snuf.
Stiekem in jouw nekje gekropen.
Trippel trippel trip.
Stiekem in jouw nekje gekropen.
Trippel trippel trip.

Piep!

dinsdag 11 maart 2008

Eetproblemen

Eetproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben. Het kan zijn dat: de peuterlast van de tandjes heeft en/of doorkomende kiezen krijgt. De peuter wil wel graag drinken.
o Te moe, te boos of te gespannen om te eten.
o Hij heeft het te druk om te eten, er valt ook zoveel te beleven.
o De peuter ontwikkelt een eigen smaak en kan ineens iets niet meer lekker vinden.
o Weinig eten kan een voorbode zijn van een ziekte.
o De peuter is koppig en zit in zijn 'nee-fase'.
o De peuter kan natuurlijk ook gewoon een matige eter zijn.
o Door teveel tussendoortjes heeft je peuter geen trek meer

(ook frisdranken met suiker beperken de eetlust).
o Ze willen met hun eten experimenteren

(hoe voelt het om erin te knijpen? etc.).

Probeer ondanks de bezorgdheid over de gezondheid een houding aan te nemen van onverschilligheid over het eten van de peuter. Dat werkt al gauw het beste en dan ben je er als ouder / verzorger niet de hele dag mee bezig. Een peuter kan altijd extra vitamine krijgen als een ouder / verzorger bang is dat het kind tekort komt.

Davitamon heeft bijv. lekkere kauwtabletten voor de peuter (vanaf 2 jaar). De sfeer aan tafel kan ook gezellig worden gemaakt, zonder nadruk te leggen op het eten. Probeer de peuter ook zoveel mogelijk zelf te laten doen. Probeer het eten ook niet te lang te laten duren. Onregelmatig eetgedrag is volkomen normaal voor de peuter. Een peuter zorgt er zelf voor, hoe bizar zijn eetpatroon ook mag lijken, dat hij een uitgebalanceerd dieet binnenkrijgt. De ene dag kan hij juist veel ontbijt eten, maar eet hij bij de lunch en avondeten bijv. weinig. De volgende dag kan dit bijv. de avondmaaltijd zijn of de lunch. Soms eet een kind juist bij alle maaltijden heel goed, en soms eet hij de hele dag door maar een schijntje.

De gemiddelde richtlijnen voor een gezond menu voor de peuter zijn:
-
1 tot 3 sneetjes brood per dag.
- 1 tot 2 porties fruit.
- 1 tot 2 aardappels, rijst of pasta.
- 1 tot 2 opscheplepels groente.
- Halve liter melkproducten.
- 5 gram margarine (op brood) en 15 gram voor de bereiding.
- 2 tot 3 bekers melk.
- 50 tot 75 gram vlees, vis of ei.
- Halve plak kaas.
- Halve plak vleeswaren.
- 1 liter drinken.


Eettips
Stribbelt een peuter vaak tegen? Vliegen de boterhammen om je oren of moet je de bloemkool van het behang schrapen? Een aantal tips.
Buitenlucht maakt hongerig!
o Probeer altijd gelijkertijd te eten. Zien eten, doet eten. Daarnaast is het ook heel gezellig een vast moment van samenzijn te creëren.
o Betrek de peuter eens bij de bereiding van de maaltijd. Zijn betrokkenheid wordt hierdoor vergroot.
o Laat de peuter eens helpen met de tafel dekken.
o De peuter kun je laten kiezen tussen twee gezonde menu's.
o Geef zelf het goede voorbeeld door zelf als ouder / verzorger het bord leeg te eten.
o Als de peuter het zelf wil proberen, laat het toe. Natuurlijk wordt het de eerste tijd een kliederboel, maar het kind moet het immers ooit leren. Houd gewoon een nat doekje bij de hand.
o Blijf als ouder / verzorger geduldig en vriendelijk.
o Zorg tijdens de maaltijd voor zo min mogelijk afleiding.
o Houd niet te star vast aan het denken dat hij zijn bord helemaal leeg moet eten. Een paar hapjes minder, is toch geen drama?
o Zoveel mogelijk eten op vaste tijdstippen en probeer zoveel mogelijk alle maaltijden aan tafel door te brengen.
o Als de peuter te moe is, zal hij geen grote honger hebben. Dring dan niet verder aan.
o Probeer van de maaltijd iets gezelligs te maken zodat de peuter zich helemaal op zijn gemak voelt.
o Stop wanneer de peuter aangeeft dat het genoeg heeft.
o Teveel drinken tijdens de maaltijd, remt de eetlust.
o Zing bij de hapjes een liedje met de peuter en betrek de peuter hier ook bij!


Netjes eten.
Je peuter zal waarschijnlijk het eerst zelfstandig leren eten met een lepeltje. Natuurlijk gaat dit de eerste tijd nog niet helemaal goed en zal er meer eten in het rond vliegen dan er in zijn mondje beland. Om er voor te zorgen dat hij toch voldoende voeding binnenkrijgt, kun je een twee bordjes bij de hand houden, zodat je tussendoor hem een hapje geeft.
Bron, klik hier.

Peuter: Hiep hiep hoera.

Hiep hiep hiep hiep hoera,
vandaag is rikje jarig.

Hiep hiep hiep hoera,
en daarom is het feest.

vrijdag 7 maart 2008

Thematafel: Tellen {3}

Hier is de beloofde foto van de thematafel: Tellen.
Die een week in het OLC heeft gestaan,
waar anderen het konden bekijken.
Ben benieuwd wat jullie ervan vinden!


School, Moeilijke som?

De juf schrijft op het bord " 2 - 2 " en
vraagt aan de leerlingen wat het is.
Mieke weet het: "Gelijk spel, juf!".


Lichaam: Hand.

Hier is mijn hand,
met 5 vingers eraan.


Die allemaal recht
op een rijtje staan.


5 vingers hier,
5 vingers daar.


10 broertjes en zusjes
zijn hier bij elkaar.

Bewegen peuters

Het belang van bewegen voor peuters
(1½-4 jaar)
Voor een peuter is bewegen heel belangrijk.

Ten eerste hebben peuters plezier in spelen en bewegen.
Ten tweede is veel bewegen van belang om dagelijkse dingen uit te voeren zoals tanden poetsen, op een stoel klimmen of naar de peuterspeelzaal lopen.
Ten derde heeft bewegen grote invloed op de totale ontwikkeling van je peuter, lichamelijk, sociaal, emotioneel en verstandelijk. Het is dus belangrijk om je peuter veel te laten bewegen, spelen en ontdekken zowel binnen als buiten.

Spelenderwijs bewegen is belangrijk
Televisie kijken, computerspelletjes spelen, "wandelen" in de wandelwagen. Jonge kinderen bewegen tegenwoordig steeds minder. Één op de zeven kinderen is te dik. Door te weinig bewegen, in combinatie met een verkeerd voedingspatroon, treedt bij steeds meer kinderen vanaf drie jaar overgewicht op. In de eerste drie levensjaren wordt hiervoor de basis al gelegd. Overgewicht is volksziekte nummer 1 aan het worden. Meer dan driekwart van de dikke kinderen wordt een dikke volwassene. Afvallen lukt bijna nooit!

Daarnaast worden er steeds meer jonge kinderen gesignaleerd met een bewegingsachterstand. Een bewegingsachterstand betekent bijv. dat kinderen later gaan lopen, houterig bewegen of vaker vallen. Onhandig of (te) dik zijn heeft voor een kind vaak vergaande gevolgen. Hij mag niet mee doen met spelletjes want hij valt zo vaak, tikkertje kan hij niet want hij is altijd zo langzaam. Onzekerheid, waardoor het kind alleen moet spelen en gepest worden. Allemaal zaken die voor een kind heel vervelend zijn.

Bewegen heeft een positieve invloed op het tegengaan van overgewicht en bewegingsachterstand. Voor (jonge) kinderen is spelenderwijs bewegen dus heel belangrijk. Niet alleen om dagelijkse dingen uit te voeren, zoals kruipen, lopen, zelf eten of op een stoel klimmen, maar met name voor de totale ontwikkeling van het jonge kind.

Vroeg begonnen is vroeg gewonnen
De basis voor een goede motorische ontwikkeling wordt al gelegd in de eerste 6 maanden. Door veel en gevarieerd te bewegen leert een kind vele bewegingen onder de knie te krijgen. Bewegen is echter ook belangrijk bij het leren van taal. Kinderen leren begrippen als onder, boven, over, achter, links en rechts alleen door zich deze begrippen bewegend eigen te maken. Door mee te kunnen doen aan bewegingsspelletjes legt een kind contact met leeftijdsgenootjes. Ze leren samen spelen, maar ook ruzie maken en teleurstellingen verwerken. Kinderen die veel (buiten) spelen zijn beter toegerust om gezond en evenwichtig op te groeien. Zij hebben relatief minder kans op ongevallen en zullen bij ziekte ook sneller herstellen. Ook zijn zij mentaal sterker. Al met al lopen zij minder gezondheidsrisico’s.

Kinderen hebben plezier in bewegen en bewegen vanuit zichzelf de hele dag. Helaas wordt het kinderen in de huidige maatschappij steeds moeilijker gemaakt te bewegen. Oorzaken voor het minder bewegen zijn onder andere:
o Kinderen worden vaker vervoerd met de auto en in de wandelwagen.
o Baby’s zitten voor het gemak veel in wipstoeltjes of maxi-cosi.
o Er is steeds minder veilige speelruimte (waaronder vrije natuur) in de bebouwde omgeving. Waardoor kinderen steeds minder buiten spelen.
o Televisie kijken en de opkomst van de computer werkt stil zitten in de hand.
o Door tijdgebrek (van ouders) hebben kinderen minder tijd om (buiten) te spelen.
o Er is bij veel mensen te weinig kennis over het belang van bewegen.


Daarom is het belangrijk jonge kinderen veel te laten bewegen, spelen en ontdekken. Zowel binnen als buiten. Jonge kinderen moeten hiervoor voldoende gevarieerde speel- en bewegingsmogelijkheden krijgen. De kwaliteit van het leven van het jonge kind wordt in grote mate bepaald door de mogelijkheden die het krijgt om te spelen. Binnen en buiten, alleen en samen, vertrouwd en nieuw, rustig en spannend, met en zonder volwassenen om zich heen.

Het is dus noodzaak om vroeg te beginnen met bewegen.
Vroeg begonnen is vroeg gewonnen!
Bron, klik hier.

donderdag 6 maart 2008

School, Zonder pootjes.

Meester: "Jantje, kun jij een dier noemen dat geen pootjes heeft?".
Jantje: "Een worm".
Meester: "Oke, weet je er nog eentje?".
Jantje: "Ja hoor meester, nog een worm".

Slapen

Slaappatroon van kinderen
Een baby slaapt 19 tot 20 uur per dag. De slaap is licht en wordt gemakkelijk verstoord, bv. door geluiden, licht, warmte. Een baby maakt geen onderscheid tussen dag en nacht. Het dag-nachtritme ontwikkelt geleidelijk. Pas op de leeftijd van 2 of 3 jaar krijgt een kind een diepere slaap. Het slaapt vaster en langer. Van 2 tot 6 jaar vermindert de gemiddelde slaaptijd van 13 naar 10 uur per nacht. Tussen 6 en 10 jaar slapen kinderen gemiddeld 9 uur per nacht.

Slaapbehoefte
De behoefte aan slaap verschilt van kind tot kind. Er zijn langslapers en kortslapers, kinderen die snel een duidelijk dag-nachtritme ontwikkelen en kinderen bij wie dit langer duurt...
Er is geen specifiek advies over hoeveel slaap een kind nodig heeft en hoe laat het naar bed moet. Als een kind 's morgens spontaan of toch gemakkelijk wakker wordt, dan slaapt het voldoende. Is het overdag hangerig of juist prikkelbaar en druk en ziet het er moe uit, dan kan dat wijzen op slaaptekort.
Kinderen hebben slaap nodig om te groeien, op kracht te komen, informatie te verwerken. Onvoldoende slaap veroorzaakt spanning, concentratiestoornissen, onhandelbaar of druk gedrag, slechte schoolresultaten, ... De gevolgen kunnen heel uiteenlopend zijn. Daarom herkent men ze als ouder niet altijd gemakkelijk.

Slaap-problemen bij kinderen.
Inslaapproblemen
Ieder kind raakt wel eens moeilijk in slaap maar heeft daarom nog geen slaapprobleem. Soms ligt de reden voor de hand zoals lawaai, te veel licht, te laat eten, een nieuwe omgeving.
In een aantal gevallen is er een dieperliggende oorzaak die kan leiden tot langdurige slaapproblemen. Kinderen kunnen ernstige problemen hebben zoals voortdurende ruzie of pesten op school, piekeren over verhuizing, verlies van een dierbaar persoon, ... Een ondersteunende babbel en samen nadenken over oplossingen voor de problemen is dan aangewezen. Sommige kinderen willen controle houden over hun omgeving. Zich overgeven aan de slaap boezemt hen angst in. Vaste rituelen kunnen hen helpen de angst te verminderen en de overgang naar het slapen te vergemakkelijken. Andere kinderen hebben niet geleerd alleen te zijn en willen altijd een vertrouwd persoon in hun omgeving. Ze zijn bang alleen in hun kamer. Knuffels, een vast dekentje, aangename en veilige voorwerpen helpen hen die angst te overwinnen. Soms zijn medische redenen de aanleiding van slaapproblemen, zoals verkoudheid, luchtwegproblemen, astma, vergrote amandelen, poliepen, jeuk.


Doorslaapproblemen
Sommige kinderen vallen gemakkelijk in slaap maar worden gedurende de nacht één of meerdere keren wakker. Honger, pijn, zich alleen voelen, angstig zijn in een donkere kamer, zich vervelen, ... kunnen de oorzaak zijn.
Als uw kind roept of huilt, kan u er even naartoe gaan. Los het probleem liefst in zijn kamer op. Praat op een rustige toon maar blijf niet te lang naast het bed zitten en nodig het kind uit om snel weer verder te slapen.

Specifieke slaapproblemen
Bonken
Vóór het inslapen begint het kind heen en weer te bewegen. Op die manier maakt het de overgang van activiteit naar rust. Het stopt spontaan en bezeert er zich niet mee. U verplicht uw kind best niet om te stoppen met bonken. Het probleem zal wellicht alleen maar erger worden en misschien zelfs overdag tevoorschijn komen, bijv. als uw kind zijn zin niet krijgt.
Het bijhorende lawaai kan wel storend zijn voor de omgeving. U kan de bedrand verzachten met weefsel en het bed vastzetten met stoppen of een stroef vloerkleed.

Nachtmerries
Vanaf 2 jaar duiken nachtmerries op. Vermoedelijk heeft dit te maken met wat het kind overdag meemaakte, met eventuele angsten of conflicten die blijven doorspelen. Kleuters huilen of roepen vaak bij een nachtmerrie. Kinderen van 5-6 jaar gaan dikwijls zelf naar hun ouders toe als ze wakker worden. Meestal herinnert een kind zich goed waarover de nare droom ging. Nachtmerries zijn een normaal verschijnsel en verdwijnen vanzelf. Toch zullen kinderen even getroost willen worden. Dit gebeurt best in hun bed. U kan uw kind vragen of het over de nare droom wil praten. Gaat het hier niet op in, spreek er dan beter niet meer over.


Nachtelijk gillen
Nachtelijk gillen treedt meestal op zo'n half uur tot drie uur na het inslapen. Het kind zit rechtop met opengesperde ogen en gilt van angst. Soms maakt het kind ook heftige bewegingen en komt het zelfs uit bed. Het is niet wakker te krijgen. De volgende morgen herinnert het zich niets meer van het hele gebeuren. Nachtelijk gillen is onschadelijk en normaal bij kinderen van 4 tot 7 jaar. Hou uw kind vast tot het bedaard is. Maak het niet wakker, het raakt hierdoor in verwarring. Als uw kind uit bed komt, zorg er dan voor dat er geen ongelukken kunnen gebeuren, bv. geen speelgoed op de vloer, niet bovenaan in het stapelbed slapen.

Slaapwandelen
Slaapwandelen is een normaal verschijnsel dat zich meestal in de eerste uren van de slaap voordoet. Het kind is niet echt wakker en coördineert zijn handelingen minder. Het kan zich ook minder oriënteren.
Maak het niet wakker maar zorg ervoor dat het zich niet bezeert en geen gevaarlijke dingen kan doen, bv. door een traphekje te plaatsen, de voordeur op slot te doen.

Scheidingsangsten
Hardnekkige slaapproblemen kunnen ontstaan bij kinderen die niet leren alleen te zijn. Vaak zijn het overbeschermde kinderen met een moeder die steeds bij hen in de buurt blijft. Scheidingsangsten beletten dat deze kinderen gemakkelijk in slaap vallen.
Er zijn ook kinderen die meerdere malen na elkaar goedenacht blijven roepen. Dit kan eveneens als een ritueel beschouwd worden. Het is een bevestiging dat de ouders 'niet echt weg zijn'.
Knuffels, zoals een beertje, een favoriet dekentje, enz., kunnen nuttig zijn om scheidingsangsten te overwinnen. Het zijn aangename en veilige dingen waaraan kinderen vaak een vervangende functie toekennen.

Bronnen, klik hier & hier.

woensdag 5 maart 2008

Kinderen, Douchen met een plu.

”Jantje, waarom sta jij nou onder de douche met een paraplu?”.
Jantje: “Omdat ik mijn handdoek vergeten ben”.


Bliklopen

Benodigdheden: Oude blokken en touw
Aantal spelers: 3 en meer
Voorbereiding: Geen
Leeftijd: 6 jaar en ouder
Soort: Beweegspel


Neem oude blikken en maak met een spijker,
net boven de bodem, aan weerskanten een mooi rond gaatje waar je een touw door heen trekt. Van boven moet er een grote lus ontstaan waarmee het blik vastgehouden kan worden.
Voeten moet er door heen en er moet op de blikken worden gelopen! Hier kan bijv. een leuke race mee worden gehouden.

Kleuter: Zag twee beren.


Zag twee beren, broodjes smeren,
Oh dat was een wonder.
Het was een wonder boven wonder,
Dat die beren smeren konden.
Hihihi Hahaha.
Ik stond erbij en keek erna.