Wat is peuterpuberteit?
De een noemt het de
"Ik-ben-2-dus-Ik-zeg-Nee fase",
de ander noemt het "terrible two’s",
maar het word eigenlijk de peuterpuberteit genoemd.
Puberteit is kort samengevat een fase waarin een kind grenzen verkent, zich losmaakt en op eigen benen probeert te staan
(een eigen identiteit zoekt).
In feite maakt je kindje rond 2 jaar zo’n soort fase door.
Hij krijgt een eigen willetje en laat dit ook merken..
Het kind merkt dat sommige dingen niet mogen, of geaccepteerd worden door de omgeving. Het kind merkt dat hij een reactie krijgt op zijn gedrag. Het kind is koppig en heeft regelmatig driftbuien.
Het aantal buien neemt af zodra de peuter beter kan praten.
Rond 4 jaar is het kind heel wat rustiger, deze fase is positief.
De peuter wordt zelfstandig genoeg om de wereld alleen tegemoet te treden. Hieronder volgen verschillende tips over hoe om te gaan met driftbuien. Natuurlijk is ieder kindje anders van aard en je moet uitvinden wat bij jouw kindje het meest effectief is.
Wat doe ik als mijn peuter koppig is.
Als de koppige momenten niet te hevig zijn, kan je het kind het beste even negeren. Vaak draait het kind dan vanzelf weer bij. Wanneer het kind echt te ver gaat, maak dat dan meteen duidelijk. Blijf consequent en duidelijk, nee is nee. Geef het kind de ruimte om alles zelf te proberen: eten, zijn broekje optrekken, etc. Moedig zijn pogingen aan. Dat geeft het kind zelfvertrouwen. Tracht altijd de focus van je aandacht te leggen bij het positief stimuleren (prijs het kind wanneer het iets goed doet) en niet de nadruk te leggen op de negatieve dingen die het kind doet. Leidt het kind af of probeer negatief gedrag om te zetten in positief gedrag, bijv. wanneer je kind met speelgoed gooit, zeg dan bijv., ach, het beertje wil niet op de grond, het wil graag voor het raam zitten. Wanneer het kind het opraapt en wegzet voor het raam, prijs hem dan. Doe het evt. samen met je kind, wanneer het protesteert.
Wanneer of waarom wordt mijn peuter driftig?
Als het kind iets niet mag of kan of juist moe of ziek is. Ook bij een onbekende situatie of te hoge eisen kan dit voorkomen. De peuter kan zijn gevoelens nog niet uitleggen en wordt hier heel boos om. Je merkt het gelijk: Het kind laat zich op de grond vallen, slaat met zijn armen en/of schopt met zijn benen, of bonkt met zijn hoofd op de grond.
Wat doe ik als mijn peuter driftig is?
o Tijdens de bui is het kind moeilijk te kalmeren. Zorg dat het zichzelf of zijn omgeving niet beschadigt. Bij een driftbui raakt het kind overspoeld door emotie: woede. Het heeft geen beheersing over zichzelf en doet dingen die hij anders nooit zou doen. Dat is een angstige ervaring. Na afloop kan hij helemaal ontredderd zijn en zich gedragen alsof hij weer een beetje baby is.
o Laat het kind rustig uitrazen. Bij sommige kinderen werkt beetpakken kalmerend, maar de meeste worden er nog razender van. Andere kinderen kalmeren weer beter door ze even in afzondering te plaatsen.
o Schopt het kind, slaat het kind of gaat hij dingen kapotmaken, stel dan duidelijke grenzen. Geef zeker niet toe. Dat geeft het kind de indruk dat hij met een driftbui iets kan bereiken. Maak duidelijk dat hij aanvaard wordt, maar niet zijn boosheid.
o Schud het kind nooit door elkaar om het te kalmeren. Dit helpt niet en kan zelfs gevaarlijk zijn.
o Na afloop troosten. In zijn ontredderde toestand kan hij wel wat troost gebruiken, ook al was de aanleiding tot de driftbui een conflict met jou als ouder / verzorger of begeleidster.
Wat moet ik NIET doen als een peuter een driftbui heeft?
- Het is soms moeilijk om je als ouder / verzorger te beheersen want woede is besmettelijk. Maar wordt zelf niet kwaad en ga niet schreeuwen. Dat zal het kind alleen nog woedender te maken.
- Ga niet redeneren of tegensputteren.
Drift is niet vatbaar voor rede.
- Niet straffen, of juist belonen door hem zijn zin te geven. Je moet voorkomen dat een driftbui kan gaan dienen om aandacht te krijgen.
- Wanneer je als ouder / verzorger in omstandigheden verkeert dat de driftbui je in verlegenheid kan brengen, ga hem dan niet extra voorzichtig behandelen. Daardoor plaats je het kind in een machtspositie. Dat is beslist niet goed voor jou als ouder / verzorger of voor het kind. Bovendien geeft onduidelijkheid en inconsequentie in regels een onveilig gevoel bij het kind.
Hoe verandert de peuter snel van gedrag?
o Leid het kind af. Bij jonge kinderen lukt dit redelijk makkelijk. Gooit je kind in huis met spullen, wijs dan naar iets leuks op tv of in een boekje.
o Negeer het kind. Jij als ouder / verzorger hoeft niet altijd op alles te reageren. Gebruikt het kind lelijke woorden (die het vaak zelf niet snapt), dan kan je daar maar beter geen aandacht aan schenken. Er wel aandacht aan geven lokt soms nog extra negatief gedrag uit.
o Laat het kind de gevolgen van zijn gedrag ondervinden. Is het koud buiten en weigert het kind om handschoenen aan te doen, laat het dan de last ondervinden van het niet-luisteren. Doe dit niet in een gevaarlijke situatie.
o Corrigeer het gedrag. Moedig het gewenste gedrag aan. Neemt het kind iets af van zijn broertje, zeg dan dat het daar eerst om moet vragen.
o Beloon of bevestig het kind als het dit goed doet!
Bron, klik hier.
dinsdag 1 april 2008
Peuterpuberteit
Labels: Bibliotheek
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten