BSO
Donderdag 4 Oktober 2007 hebben we een gastles gehad.
Er is iemand bij ons in de klas geweest om wat te vertellen over “buitenschoolse opvang”,
voor kinderen vanaf 4 jaar tot en met 12 jaar.
Ze vertelde dat er veel vooroordelen zijn over buitenschoolse opvang, men denkt dat er alleen maar grote kinderen in de opvang zijn en dat deze humeurig zijn, brutaal zijn en dat deze kinderen niet willen luisteren.
De buitenschoolse opvang heeft juist veel voordelen.
o Hoeven geen luiers verschonen.
o Deze kinderen hebben minder verzorging nodig.
o Ze kunnen zelf lopen.
o Het meubilair is hoger.
o Kinderen kunnen zelf brood smeren.
o Je krijgt net zoveel knuffels als in een kinderdagverblijf.
o Als leider werk je anders: de kinderen zijn zelfstandig en
. je stuurt ze.
o Bezig met het sturen van kinderen zodat ze verschillende
. vaardigheden ontwikkelen en de kinderen hierbij ondersteund.
s’ middags mogen de kinderen
zelf kiezen wat ze willen doen,
hierdoor is elke dag anders.
Er worden dan dingen neergezet
waarmee de kinderen zelf aan de
gang gaan.
De kinderen hebben natuurlijk
verschillende interesses,
het ene kind knutselt liever,
de ander kiest bijvoorbeeld
springtouwen, zonnebaden,
in de zandbak spelen, spelletjes
doen, kleien of misschien wel afwassen als het kind dat leuk vind.
Hier word door de leidsters op ingespeeld.
Ze hebben een speciale bouwhoek, een poppenhoek, computers waar ze maximaal 30 minuten op mogen computeren.
Soms houden de kinderen (of een aantal ervan) een dansvoorstelling, omdat ze dat graag willen. Ze kunnen natuurlijk ook buitenspelen als ze dat willen, hier staan o.a. een klimrek, schommels, zandbak etc.
De kinderen worden lopend opgehaald van school, op de terugweg naar de BSO kunnen de kinderen gezellig kletsen en zo zijn ze sneller bij de opvang want met het verkeer weet je ’t nooit. De leidsters hebben veiligheidhesjes aan zodat het voor de kinderen bekend is met wie ze mee moeten en deze leidsters niet kunnen kwijt raken.
Bij binnenkomst in de opvang krijgen ze eerst allemaal wat drinken en een koekje.
Als er iemand jarig is dan gaan ze met zijn allen een liedje zingen en krijgt de jarige een (feest) muts.
In de vakanties werken ze met thema’s, een aantal thema’s zijn;
carnaval, sinterklaas, film thema of een ziekenhuis thema.
Dit laatste werd over verteld dat een stagiaire dit had voor-
bereid. Waarbij er een slaapzaal was, een ambulance,
operatiekamer en er kwam een lotus op bezoek dat is iemand die nep-wonden maakt bijvoorbeeld glippen, maar ook een bloed-neus en blauwe plekken.
De kinderen vervelen zich niet omdat elke vakantie anders is.
We kregen ook een kleine opdracht om met zijn vieren te maken, dit was om een hele week
(5 dagen) om te plannen voor een vakantie met een thema. Dit waren allerlei verschillende thema's o.a. van de herfst, sprookjes, kerst en nog veel meer.